Een werknemer vrijstellen van prestaties is vanaf 1 januari 2018 duurder dan een werknemer laten werken

Als een werknemer wordt vrijgesteld van prestaties maar de werkgever toch nog loon betaalt, dan moet hij vanaf 1 januari 2018, bovenop de normale sociale zekerheidsbijdragen, een bijkomende “activeringsbijdrage” betalen.

In welke gevallen moet de activeringsbijdrage betaald worden?

De bijdrage is verschuldigd voor werknemers die tijdens een volledig kwartaal bij dezelfde werkgever geen enkele prestatie leveren. Als het niet leveren van prestaties het gevolg is van een wettelijke schorsing, zoals arbeidsongeschiktheid, of van een vrijstelling van prestaties tijdens de opzeggingstermijn, is de bijdrage niet verschuldigd.

Levert de werknemer in een bepaald kwartaal nog enige prestatie voor de werkgever, hoe gering ook, dan is de activeringsbijdrage voor dat kwartaal niet verschuldigd.

vrijstelling van prestaties activeringsbijdrage.jpg

Hoeveel bedraagt de activeringsbijdrage?

De activeringsbijdrage is een vast percentage van het loon dat ongewijzigd blijft tijdens de ganse periode van vrijstelling van prestaties. Het percentage hangt af van de leeftijd van de werknemer op het ogenblik waarop hij wordt vrijgesteld van prestaties. Het percentage is lager, naarmate de leeftijd bij aanvang hoger was.

Er geldt in ieder geval een minimumbijdrage per kwartaal.

De percentages worden met 40% verlaagd als de werknemer in een periode van 4 opeenvolgende kwartalen verplicht was om gedurende minstens 15 dagen een door de werkgever georganiseerde opleiding te volgen.

Volgend schema is dus van toepassing:

Leeftijd bij aanvang van de vrijstelling

Percentage

Minimumbijdrage per kwartaal

Verlaagd percentage

Jonger dan 55 jaar

20%

€ 300

12%

Tussen 55 en 58 jaar

18%

€ 300

10,80%

Tussen 58 en 60 jaar

16%

€ 300

9,60%

Tussen 60 en 62 jaar

15%

€ 225,60

9%

Minstens 62 jaar

10%

€ 225,60

6%

 

In welke gevallen moet de activeringsbijdrage niet betaald worden?

Hervat de werknemer tijdens het volledige kwartaal het werk bij één of meerdere andere werkgevers of als zelfstandige, dan moet de bijdrage voor dat kwartaal niet betaald worden. De nieuwe tewerkstelling moet wel minstens 1/3 van een voltijdse tewerkstelling zijn.

De activeringsbijdrage is voor de ganse periode niet verschuldigd als de werknemer tijdens de eerste vier kwartalen van de vrijstelling een door de werkgever georganiseerde opleiding heeft gevolgd, het volgen van die opleiding een verplichting voor hem was en de kostprijs van de opleiding minstens 20% van het brutojaarloon voor de vrijstelling bedroeg.

Vanaf wanneer geldt deze nieuwe regeling?

De activeringsbijdrage is verschuldigd vanaf het eerste kwartaal van 2018 voor werknemers die gedurende minstens een volledig kwartaal vrijgesteld zijn van prestaties en toch loon ontvangen.

Maar als de werknemer in een regeling van vrijstelling van prestaties is gestapt vóór 28 september 2017 is de activeringsbijdrage niet verschuldigd. En dat geldt ook als de werknemer in een regeling van vrijstelling van prestaties stapt die voorzien is in een collectieve arbeidsovereenkomst die vóór 28 september 2017 is neergelegd bij de FOD WASO en deze overeenkomst bovendien van bepaalde duur is.

 

Sabine Vanoverbeke


Wil u meer weten over de activeringsbijdrage of andere aspecten van een vrijstelling van prestaties? Commit Advocaten helpt u graag verder.

 

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven vergissingen en/of onvolkomenheden mogelijk. De auteur en Commit Advocaten cvba kunnen daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.